Kenmerken van het vormingsprogramma 2020

Het spreekt voor zich dat de gezondheidscrisis ook op het vormingsprogramma 2020 een ingrijpende invloed heeft gehad. Klassieke seminaries hebben enkel in januari en februari plaatsgevonden. Daarna dienden we volledig om te schakelen naar de webinarformule. Deze omschakeling is, alles wel beschouwd, zeer vlot verlopen. We zijn erin geslaagd een evenwichtig en kwaliteitsvol vormingsprogramma aan te bieden. Het schenkt de Raad van het IBR en de Commissie vorming vooral voldoening dat de deelnemers, in de eerste plaats de bedrijfsrevisoren en stagiairs, de gedane inspanningen in 2020 ten zeerste hebben geapprecieerd.

 

Er werden in totaal 73 seminaries georganiseerd, waarvan 55 “klassieke” seminaries die thema’s behandelden m.b.t. audit en controle, recht, fiscaliteit, ISA’s, IAS/IFRS, informatica, antiwitwassen en plichtenleer. Dit aantal ligt wat lager dan voorgaande jaren. De reden is tweeërlei: een aantal seminaries die omwille van hun grote succes vorige jaren ontdubbeld werden, hebben we nu wegens de webinarversie slechts één keer georganiseerd, vermits de webinarversie het mogelijk heeft gemaakt om geen beperkingen op te leggen aan het aantal deelnemers voor een seminarie. Bovendien hebben we enkele praktische seminaries (workshops) uitgesteld naar begin 2021, in de hoop ze toch voor een - al dan niet beperkt – live publiek te laten doorgaan. Een ijdele hoop, zo is achteraf gebleken.

 

Naast de 55 klassieke seminaries werden er 18 workshops voor maximaal 40 deelnemers georganiseerd. Bedoeling van zo’n workshop is dat er interactief, bij voorkeur in kleine groepen, rond een bepaald thema wordt gewerkt. De webinarformule leek voor workshops in de meeste gevallen niet echt geschikt, een vaststelling waarmee we in de toekomst rekening zullen houden.

 

 

Meer dan 8000 deelnemers: de webinarformule slaat aan

We registreerden liefst 8.168 deelnemers voor de 73 vormingsactviteiten in 2020. Daarmee werd het vorige record van 5752 deelnemers uit 2018 verpulverd. 6.693 (82%) van de 8.168 deelnemers waren bedrijfsrevisoren, we telden 1221 (15%) stagiairs en verder nog 254 (3%) derden. Uiteraard is de webinarformule niet vreemd aan dit zeer hoge cijfer, maar het bewijst tevens de belangstelling van het beroep voor het vormingsprogramma. Een webinar laat ook toe om geen tijd te verliezen door in druk verkeer een soms verre verplaatsing te ondernemen. Jammer genoeg beperkt deze formule heel sterk de interactie tussen sprekers en deelnemers en laat het geen onderling sociaal contact toe; dit zijn precies de niet te onderschatten voordelen van live seminaries. Na verloop van tijd waren webinars met meer dan 200 deelnemers geen uitzondering meer. De uitschieter waren de twee webinars die de belangrijkste adviezen van de CBN behandelden: in het totaal waren er 625 deelnemers, 419 voor de Nederlandstalige versie en 206 voor de Franstalige.

 

Eind december organiseerde de Commissie vorming tussen de deelnemers aan de vormingsactiviteiten een enquête over de organisatie van de seminaries, in het bijzonder over de webinarformule. In het licht van het voorgaande mag het niet verbazen dat 72% van de 322 respondenten ook voor de post-covidperiode de webinarfomule boven een live seminarie verkiest. Dat neemt niet weg dat meer dan de helft van de deelnemers aangeeft dat ze de contacten en gedachtenuitwisselingen met de confraters missen. Zowel de Raad als de Commissie vorming zijn van mening dat een gemengde formule het ideale antwoord zou bieden op deze uiteenlopende verwachtingen: wie het wenst kan het seminarie ter plaatse volgen, wie de webinarformule verkiest volgt de vorming vanop afstand, thuis op op kantoor. Daarentegen wenst de commissie een uitzondering te maken voor de workshops, waarvoor we enkel aanwezigheid ter plaatse voorzien teneinde de aan een workshop inherente interactiviteit te waarborgen.

 

Het is voorzien dat het IBR en het ITAA in 2021 samen investeren in een professionele opnamestudio. Dat zal ons toelaten om deze gemengde formule in de best mogelijke omstandigheden aan te bieden. In elk geval bestaat er geen twijfel over dat de gezondheidscrisis aanleiding gegeven heeft tot een blijvende wijziging in ons vormingsaanbod.

 

De seminaries werden in 2020 over het algemeen wat lager geëvalueerd dan de jaren voordien. Niettemin blijven gemiddelde percentages van 77,5 % voor de algemene beoordeling, 76% voor de didactische benadering en 74% voor de documentatie meer dan behoorlijk. Vergeten we niet dat de webinarformule voor het merendeel van de sprekers van de één op de andere dag een grote aanpassing vergde, zonder voorbereidingsperiode. We vroegen hen in de meeste gevallen om hun thema te brengen in twee uur tijd, in plaats van de voordien gebruikelijke vier uur. Bovendien moesten ze spreken voor een scherm, zonder publiek. We geven graag toe dat dit voor vele sprekers ongebruikelijk en, wegens het ontbreken van interactie met de deelnemers, tamelijk frustrerend was. Wij wensen, met veel respect, alle sprekers zeer oprecht te bedanken. Zij hebben in deze moeilijke omstandigheden veel energie besteed om zich aan te passen en hun thema zo goed mogelijk toe te lichten : de tevredenheidspercentages die we bij de deelnemers registreerden bewijzen dat de sprekers met succes geslaagd zijn voor deze uitdaging.

 

 

Naar een nieuwe norm voor de permanente vorming

Gedurende het jaar 2020 heeft een werkgroep ad hoc die opgericht werd in de schoot van de Commissie, verder gewerkt aan een nieuwe norm permanente vorming, die rekening houdt met de gewijzigde omstandigheden in het vormingslandschap van de bedrijfsrevisoren. De werkgroep was samengesteld uit de commissieleden Sarah Dupuis, Bart Eversdijk, Cathérine Saey en Bernard Vandenborre. Zijn werkzaamheden hebben geleid tot een eerste ontwerpnorm, gefinaliseerd door de Commissie na meerdere interne overlegmomenten, en vervolgens voorgelegd aan de Raad. De werkgroep heeft, na de openbare raadpleging en de hoorzitting met de Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB), verder gewerkt om een evenwichtig compromis te bereiken tussen de wensen van de HREB en de verzuchtingen vanuit het beroep. Na het advies van de Raad te hebben ingewonnen, werd deze geamendeerde versie goedgekeurd door de HREB op zijn vergadering van 5 februari 2021; de nieuwe norm moet nog goedgekeurd worden door de minister van economische aangelegenheden.

 

De bedoeling is dat deze nieuwe norm permanente vorming van kracht wordt op 1 januari 2022. Zo hebben het IBR, het ICCI en het ganse beroep voldoende tijd om zich voor te bereiden op enkele nieuwigheden die deze norm met zich meebrengt.